De meest kwetsbare blog die ik ooit zal schrijven, denk ik…

De meest kwetsbare blog die ik ooit zal schrijven, denk ik…

Een blog waar ik al maanden over lig te dubben of ik hem wel of niet zou schrijven. De schaamte en de angst kruipen tot in mijn kleine teen. En toch wil ik dit geschreven hebben. Voor cliënten. Voor collega’s. Voor jou.

Afgelopen zomer werd op het wereldcongres in Seattle door een workshop een trauma getriggerd. En toen vielen er heel wat puzzelstukjes in elkaar. Ik voelde me zo dom. Ik schaamde me dat ik dit tot nog toe niet gezien had dat die olifant mijn hele ruimte aan het opvullen was en dat ik hem niet zag staan. Eigenlijk zei ik in bedekte termen altijd tegen mijn therapeut(en) iets als: ‘Ik weet zeker dat er hier ergens een olifant is waardoor ik mij zo voel, kan jij mij zeggen waar dat hij staat?’.

Toen ik een jaar of 14 was, had ik last van erge paniekaanvallen. Het uitte zich voornamelijk in faalangst op school. Als ik dat ging uitdiepen met mijn therapeut(en), ging het over angst in het algemeen. We gingen dan uitvissen waar die angst vandaan kwam. Verklaringen genoeg. Daar heb ik heel wat tijd in gestoken. Tot in mijn volwassen leven ben ik naar therapeuten geweest om uit te vissen waarom ik zo angstig was. Wat ik eigenlijk wilde van die therapeuten was dat ik me beter zou voelen als ik de oorza(a)k(en) ervan zou kennen.

Een verhaal van seksueel misbruik waar ‘niet zoveel gebeurd was’, bleek tot in mijn vezels te zijn gekropen. Ik voel de schaamte opkomen terwijl ik dit neerschrijf. Wat gaan jullie van mij wel denken? “Kan de die wel andere mensen helpen als ze zelf zo overhoop ligt?!”, kruist zeker mijn hoofd als oordeel. En toch wil ik dit neerpennen. Ik hoef niet ver te zoeken naar hulpverleners die ik ken die dit en erger is overkomen.

Waarom wil ik hier persé mezelf zo kwetsbaar in opstellen? Omdat dit een verhaal is dat gaat over een onbewust proces, waarvan ik echt gehoopt zou hebben dat iemand de impact ervan zou opgepikt hebben vroeger. Mocht het er dus voor zorgen dat één therapeut of hulpverlener dit verhaal erkent bij cliënten of als er één iemand is die dit bij zichzelf erkent, dan kan je er ook iets mee doen. Dan verhoog je je kansen op een waardenvol leven waar pijn minder grip op je heeft dan het nu heeft!

Wat ik frappant vond, toen ik met het trauma geconfronteerd werd, was dat er allerlei gedachten opkwamen van “Ik ben niet verkracht”, “zo erg is het toch niet”, schuldgevoel en alle andere klassiekers die de revue passeerden. Hoewel ik in mijn brein wist dat dit niet ter zake deed, toch kwamen ze vanzelf, die gedachten. Gedachten en gevoelens die me wilden helpen relativeren wat er gebeurd was. Maar dat hielp uiteraard en helaas niet. ????

Ik ben dan met nieuwsgierigheid gaan kijken naar wat precies hetgeen was wat ik zo moeilijk vond. Alleen door dit beestje recht in de ogen te kijken, zou ik hiermee kunnen leren leven. Hoewel ik theoretisch wist dat dit het beste was wat ik kon doen, kreeg ik het op dat moment niet gedaan. Ik moest kunnen weglopen, opnieuw en opnieuw. Dit zorgde voor taferelen waarbij ik op de conferentie een workshop binnenkwam en na 5 minuten de ruimte terug moest verlaten van de benauwdheid. En dan terug binnen. En dan terug buiten. En nog eens. En nog eens. Ik ergerde me blauw aan mezelf. Ik zocht houvast en ik vond hem niet.

Ik had dan het plan opgevat om Robyn Walser aan te spreken. Zij was immers gespecialiseerd in de behandeling van trauma. Zij vertelde iets wat ik vandaag ook nog tegen cliënten zeg: ‘Annick, if you have to run, then run!’. Ze legde me uit dat mijn systeem me wilde beschermen voor iets waar het me toen niet van kon beschermen. Dus, weliswaar verlaat, maar in zekere zin was dit een hele goeie reactie van mijn systeem. Toen ik dat kon accepteren, dat ik mocht weglopen, toen voelde ik dat ik meer kon kiezen of ik wegliep of niet. En stilaan kon ik steeds beter mezelf blootstellen en in de ogen kijken wat het was waar ik zo voor moest gaan lopen.

Wat ik ontdekte was opnieuw een klassieker. Ik voelde niet zozeer afschuw rond de eigenlijke feiten, maar rond de manier waarop hier mee omgegaan werd. Zowel door de dader als door mijn ouders op dat moment. Ik ga niet in detail gaan rond hun reactie hierin. Ik heb hen immers niet gesproken over deze blog. Wat niet bij mij gebeurde, maar wat wel vaak het geval is, is dat ouders op dat moment – in het beste geval – iets beschermend willen doen, laten blijken hoe hen dit verafschuwt. Dit betekent dat je indirect aan je kind leert: met jou is iets afschuwelijks gebeurd; jij zit dus met iets afschuwelijk en in het verlengde daarvan gebeurt in de hersenen van dat kind dan mogelijk: ‘Ik ben afschuwelijk want ik zit met iets afschuwelijks opgescheept.’ Voor de hulpverleners onder ons: dit gaat over de Relational Frame Theory, wat daar in de hoofden van onze cliënt gebeurt.

In elk geval kwam het besef: ik wil van iets weglopen wat in me zit. “Hoe kan ik daar in godsnaam mee leren leven?!”, “Ik wil hier van weg!”, zei mijn hopeloosheid en de andere stroom aan emoties. In deze periode, nu een aantal maanden geleden, ging ik in supervisie bij Joanne Steinwachs. Van haar leerde ik dat afschuw een functie had, dat het gedrag was. De afschuw was een gevoel dat me beschermde van het gevoel wat destijds ook aanwezig was; nl. mij verloren voelen. Blijkbaar is het vaak zo dat afschuw eigenlijk een beschermingsreflex is om niet te moeten voelen hoe verloren je je eigenlijk voelt. Niemand was daarmee bezig geweest, met mijn verloren gevoel. Wanneer je focus als ouder, weliswaar begrijpelijk, ligt op het misbruik en niet op het omringen van je kind met liefde en onbevooroordeeld – zonder afschuw – checken hoe het met haar of hem is, dan gebeurt er dus heel wat in het hoofdje van je kind.

Het gevoel waar ik van weg wilde, was dus afschuw. Ik voelde afschuw naar mezelf en naar anderen. Dit was zichtbaar in het feit dat ik geen zin had in gezond eten, in op tijd gaan slapen, in sporten, in zelfzorg. Hopla! Weer schaamte want “Ik leer anderen iets over zelfzorg en ik kan het zelf niet! Hoe kan ik geloofwaardig zijn?!” Een gedachte die me kruiste.

Afschuw is een gevoel waar geen enkele therapeut me ooit naar vroeg. En waarvan ik ook hoor in inter- en supervisies dat er weinig naar gevraagd wordt bij cliënten.

Ik snap nu waarom ik vroeger paniekaanvallen deed. Mijn ‘alarmsysteem’ ging af wanneer ik spanning voelde over iets in het heden maar ook over dingen die nog zouden komen. Spanning voelde voor mij aan als angst. Er was een vorm van constante waakzaamheid op gevaar. Vandaar de vroegere paniekaanvallen. In mijn hoofd geraakte daardoor stress gerelateerd aan angst. Ik ben de laatste jaren dus heel vaak angstig geweest door het vele werk dat kwam kijken bij het in de wereld zetten van dit prachtig opleidingsbedrijf.

Afschuw is nu een erg nuttig gevoel geworden voor mij. Het leert me wanneer ik wegdraai van mezelf. Het leert me wanneer ik mezelf aan het vergeten ben en wanneer ik dus net wel voor zelfzorg moet kiezen. Dat betekent dat zelfzorg voor mij nog steeds niet gaat over een leuk, zalig gevoel, maar over iets waar afschuw bij komt kijken. Ik leer dat steeds meer te verdragen. Dit betekent dat ik ook steeds gemakkelijker voor zelfzorg kan kiezen. Ook dit is RFT. Ik heb de afschuw niet alleen leren accepteren, ik heb het kunnen herkaderen; het komt me nu van pas. Ik heb het nodig om het op te merken, als het ware. Als ik het niet zie gebeuren, ga ik over mijn grenzen.

Ik ben er nog lang niet. Ik ben aan het leren. En het voelt zalig. Een hele nieuwe wereld gaat voor me open. Ik neem al weken een bad in dankbaarheid en vrolijkheid. Ik heb een nieuwe kans gekregen! Ik heb er voor gezorgd samen met Joanne en de mensen die toen op het congres waren, Robyn, Jacqueline A-Tjak, Graciella Rovner, Joanna Dudek, Lieve Bruyninx, Manuella O’Connell om opnieuw een andere laag van mijn verleden in de ogen te kunnen kijken en ervoor te zorgen dat het mij niet langer bepaalt.

Daar gaat deze blog over. Er is hoop! Als je zelf een trauma te verwerken hebt, het kan! De huidige therapievormen die beschikbaar zijn, kunnen je hier iets heel krachtig leren doen!

Voor de therapeuten en hulpverleners onder ons, wil ik dit graag meegeven:

  • Paniek blijkt vaak gelinkt te zijn aan trauma.
  • Weet dat mensen geen trauma hoeven te hebben meegemaakt. Wanneer een hoofd van iets een trauma gemaakt heeft, is dat de context van waaruit de cliënt vertrekt en dien je dat met zorg en erkenning te benaderen.
  • Wanneer een cliënt de gedachte heeft dat wat hem gebeurd is, niet zo erg is, dan zal hij het ook niet vertellen. Dit zou je kunnen bevragen wanneer je twijfelt.
  • Wanneer je graag meer wil weten over RFT, dan kan je ze workshop volgen: http://allegre.be/instituut/opleidingsaanbod/2-daagse-rft/