Zelfzorg: veel meer dan ‘me-time’

Zelfzorg: veel meer dan ‘me-time’

Vaak kreeg ik van anderen de boodschap dat ik te hard werkte, dat ik meer aan zelfzorg moest doen. Ik begreep het nooit: ik amuseerde mij toch? Dit instituut leiden is leuk, dus waarom zou ik dan behoefte hebben aan een uitgebreid gamma aan hobby’s? Ik associeerde zelfzorg met ‘leuke dingen doen’.
Maar het is meer dan dat.

 

Zelfzorg gaat niet alleen over genot. Het gaat ook over rust vinden zodat je jezelf (je lichaam, je hersenen, je emotionele zijn) de kans geeft om op adem te komen en je je batterijen terug oplaadt. En het gaat ook over jezelf kunnen troosten.

Toen mijn supervisor me uitlegde dat dit zelfzorg was, wilde ik die raad eerst in de wind slaan. Ik had al zo vaak gehoord dat ik beter voor mezelf moest zorgen. Te vaak. En ik had geen zin om trager te gaan.

Maar ging ik wel zo goed met mezelf om?

Eigenlijk verwachtte ik van mezelf dat ik alles kon (meteen), alles wist (zonder te moeten leren) en overal (tegelijk) aanwezig was: thuis, op het werk, in de keramiekles en op de fitness. Het viel me op hoeveel oordelen ik had over mezelf als ik dat niet kon. Niet bepaald een klimaat waarin ruimte was voor zelfzorg.

Voor anderen heb ik, gelukkig, niet zulke hoge eisen. Zij mogen zichzelf zijn.

 

Jezelf onder druk zetten om grenzen te verleggen kan mooi zijn; het maakt dat ons instituut groeit, dat ik een boek schrijf, dat ik leuke dingen kan doen, omdat ik het lef heb om het avontuur aan te gaan.

Maar er zijn grenzen, want ik weet dat, als ik voor anderen voortdurend zo streng zou zijn als voor mezelf, of als anderen me altijd zulke hoge eisen zouden stellen als ik mezelf, zou het niet blijven duren. Ik zou alvast niet blijven bij iemand die mij zou behandelen zoals ik mezelf behandel(de). Dus waarom deed ik het dan?

 

De nieuwe weg die ik moest inslaan, was niet meteen een weg die me ‘leuk’ leek. Zelfzorg vloeit voort uit jezelf graag zien, minstens even graag als je anderen graag ziet.

Ik leer dus om meer bij mezelf aanwezig te zijn en te luisteren naar wat ik nodig heb vooraleer het hoogdringend is. Dat lukt niet altijd, leren is immers een proces van vallen en opstaan, maar ik heb intussen wel mezelf beloofd om zachter te zijn naar mezelf, om mezelf niet meer zulke harde boodschappen te geven. Dat was ook mijn eerste stap: de boodschappen aan mezelf ‘onderscheppen’. Mijn volgende stap was lief zijn voor mezelf:

  • openhartig aanwezig zijn, mijn belevenissen van de dag met nieuwsgierigheid en zachtheid tegemoet treden.
  • mijn positieve kwaliteiten appreciëren, genieten van wat ik mooi vind aan mezelf.
  • andermans liefde binnen laten.

Stilaan kan ik nu meer bij mezelf terecht, bij mijn wijze ‘ik’ die rust heeft in de storm die het leven kan zijn. Ik werk niet per se minder – daarvoor doe ik het te graag – ik probeer alleen anders met mezelf om te gaan.

 

Misschien denk je nu: herkenbaar, maar wat kan ik er nu mee? Dan stel ik voor dat je dezelfde stappen probeert te zetten als ik heb gezet.

Stap 1: Probeer te herkennen wanneer je harde boodschappen geeft aan jezelf en onderschep ze. Misschien besef je dit wel al, maar maak het eens concreet. Pas als je concreet weet wat je tegen jezelf zegt, kan je er ook iets mee doen.

Stap 2: Zoek de nodige rust zodat je jezelf de kans geeft om op adem te komen, laad je batterijen terug op voor het te laat is. En leer jezelf troosten als het moeilijk gaat.

 

Succes ermee!

En hou me op de hoogte hoe het verloopt!